Een goed voornemen

Mijn keel voelt aan alsof ik een compleet assortiment chilipepers heb verorbert, mijn rug kriebelt van het zweet, mijn sportsok is afgezakt en zit nu in de punt van mijn schoen gepropt, een kloppende blaar protesteert bij iedere stap en mijn sport bh snijdt venijnig onder mijn niet meer zo fris ruikende oksel. Met mijn vijfduizend stappen wandel ik nog steeds aan de voet van de Mount Everest en ik probeer het schermpje dat me door de bergen leidt en de trage kilometers registreert alsof ik hem iets heb misdaan, te negeren. Mijn stappen klinken monotoon en worden af en toe onderbroken door de oppeppende woorden van de net iets te knappe sportinstructeur die ik toegewezen heb gekregen als “personal trainer” voor het aankomende uur. Hij klapt enthousiast in zijn handen en wijst dan naar de klok op de muur. ‘Kom op, nog vijf minuten!’ Zijn zonnebank gebruinde biceps ploppen spontaan onder zijn korte mouwen vandaan en als hij me bemoedigend toelacht, vraag ik me af of hij iedere nacht met een bleekbitje slaapt. Tussen een ingehouden hijg pers ik er een niet gemeende grijns uit en doe dan toch nog iets harder mijn best. Dat is nou de pest met een knappe sportinstructeur; falen is geen optie, hijgen is uit den boze, zeuren is niet toegestaan, zweet dep je zo onopvallend mogelijk weg, je doet alle oefeningen alsof het je geen enkele moeite kost en je houdt ten alle tijden je buik in. De secondes lijken vertraagd af te tellen en de spieren in mijn benen beginnen te verzuren zodra de loopband een steile helling improviseert. Waarom doe ik dit? Waarom heb ik bedacht dat ik in het nieuwe jaar moet sporten in een sportschool? Wat is er mis met een verkwikkende boswandeling? ‘Nog één minuut!’ Ik hijg en piep zodra hij zich even omdraait en steek dan beide duimen omhoog als hij weer naar me lacht.

‘Omhoog!’ Mijn handdoek schuurt zo hard langs mijn stuitje dat het me een permanente brandplek bezorgd en de spieren in mijn maag branden protesterend zodra ik weer boven kom. ‘Nog zes, vijf…’ Ik slik. De yoghurt van vanmorgen heeft zijn weg terug gevonden en bezorgt me een zure smaak in mijn mond. Oké, niet aan denken, doorgaan. Mijn schouderbladen staan in de fik, mijn nek doet zeer en ik kan niet meer. ‘Kom op!’ De laatste herhalingen doe ik met mijn kiezen op elkaar en snel, heel snel. Het probleem met crunches is dat ik altijd het gevoel heb dat ik een scheet moet laten. En dat lijkt me nu, nu de instructeur voor me op zijn knieën zit, niet zo’n goed idee. ‘Je bent klaar!’ Opgelucht sla ik tegen zijn opgestoken hand aan en laat me dan achterover vallen. Eindelijk klaar! Een voldaan gevoel bekruipt me en even lijkt het alsof ik de sportschoolmanie snap. Misschien word ik ook wel zo’n fitgirl en is de quote: “Het is nooit te laat om te beginnen”, ook op mij van toepassing. ‘Ik zie je zo bij de apparaten.’ Wat? Waar heeft hij het over? We zijn toch klaar? ‘Kom je nog?’ Zodra ik opsta voel ik al mijn spieren protesteren en mijn hartslag slaat over als ik zie dat het papiertje ook nog een achterkant heeft.

‘En nu naar elkaar toe duwen.’ Het schaamrood staat op mijn kaken als ik wijdbeens naar zijn instructies luister. Ik wil mijn handen voor mijn kruis slaan, mijn benen zo snel mogelijk sluiten en mezelf bevrijden uit deze martelstoel. Zodra ik het tegengewicht voel beginnen de spieren langs mijn liezen te branden en vervloek ik mezelf dat ik er in ben getuind. Ik heb de sportschool zwaar geromantiseerd. De knappe instructeur en afgetrainde mensen die precies weten wat ze doen, bezorgen me alleen maar een onzeker gevoel. ‘Zodra je klaar bent schuif je door naar de leg press, roep me maar als je klaar bent.’ Grommend breng ik mijn knieën weer naar elkaar toe, te trots en tegelijkertijd te onzeker om er de brui aan te geven. Na een set van tien herhalingen loop ik naar het andere apparaat en worstel met de stoel. Ik trek aan een stang, wurm me langs een ander apparaat om iets dichterbij te komen, stoot mijn trillende been tegen een stalen pen en trek dan uit frustratie net iets te hard aan de hendel. De klap van de neergestorte stoel klinkt oorverdovend en mijn gezicht begint te prikken van schaamte. Uit angst dat iedereen me staat uit te lachen klim ik zo snel mogelijk op het apparaat en stel ik het gewicht in. Met mijn gympen druk ik tegen het plateau en probeer dan uit te stralen dat ik precies weet wat ik doe. Ik druk, span mijn buikspieren aan en geef alles wat ik heb tot ik voel dat er iemand naast me staat. Die stomme instructeur ook met zijn onuitputtelijke grijns. ‘Dat is veel te licht joh, hier kom op.’ Voor ik het weet wordt er een paar kilo bijgedraaid en voelt het alsof mijn hoofd uit elkaar spat. Ik kan niet meer. Ik wil niet meer. Dit is verschrikkelijk. Dan maar geen Jennifer Lopez billen en een Kardashian taille. Ik eet wel minder chocolade en laat de zaterdagavondsnacks wel achterwege. Hijgend maak ik mijn set af en grijp mijn lege waterfles van de grond. De ruimte draait, stemmen klinken ver weg en de hartslag in mijn oren overstemd de muziek. ‘Je moet nog even uitlopen op de band.’ Ik zwaai halfslachtig in de richting van zijn gezicht en sleep mezelf naar de kleedkamers met het voornemen dat ik dit nooit meer ga doen.

‘Hier voor jou.’ Er wordt een glas met een naar vanille ruikend goedje in mijn hand gedrukt. Mijn sporttas slingert aan mijn verzuurde schouder en ik moet moeite doen om niet om te vallen. ‘Het is voor je spieren, dan herstel je beter.’ Ik neem plaats op de voor me uitgeschoven barkruk en ik probeer het inschrijfformulier dat op de bar ligt te negeren. ‘Je kunt beginnen met één keer per week, je mag dan ook gebruik maken van de sauna en de groepslessen als je wilt. Je krijgt dan sowieso een gratis handdoek en een leuke bidon cadeau.’ Ik zet mijn lege glas neer en volg zijn perfect gevijlde nagel dat op het formulier tikt. ‘Oh, ik zie dat jullie ook yogales geven?’

‘Maar ik ga echt!’ Ik wapper hysterisch met het formulier door de lucht en ik zie dat mijn vriend moeite moet doen om zijn gezicht in plooi te houden. ‘Ze hebben leuke groepslessen, een sauna en een yogales op eh,’ snel glijd ik met mijn ogen over het lesrooster, ‘zondagochtend om acht uur… Ach, ik zet dan wel gewoon mijn wekker dan ben ik de hele dag lekker zen.’ Zodra de woorden mijn mond uitrollen weet ik, net als mijn vriend, dat ik niets van dat alles ga doen. De zondagochtend is heilig. Het leek zo logisch op het moment dat ik een krabbel zette op het inschrijfformulier. Ik zag mezelf door de sportschool schreiden als een perfect gestroomlijnde fitgirl maar nu lijkt dat het stomste idee ooit. ‘Ach, je kunt nu in ieder geval een vinkje zetten achter: inschrijven sportschool.’ Ik knik verslagen. ‘En ik heb een gratis handdoek en bidon.’ ‘Zo is het maar net schat, goed gedaan.’ Ik grijns, stomme voornemens ook.

Een gedachte over “Een goed voornemen

  1. hetojesa1956 zegt:

    Wat een leuk verhaal weer. Elke maand een verrassing . Ik kan niet wachten tot het volgende verhaal weer online staat. Kom maar op met die leuke verhalen. 👍🏻👍🏻👍🏻👍🏻

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie