Vakantievoorpret

Of toch niet…?

‘Zullen we nog even controleren of we alle pasjes hebben?’ Meer om mijn vriend gerust te stellen dan mezelf trek ik aan het stugge ritsje van mijn vakantieportemonnee. Ik waaier de pasjes uit en stop ze triomfantelijk terug. Natuurlijk heb ik alles op orde, dat is toch logisch! ‘Schat, waar is je identiteitskaart dan?’ Lichtelijk geïrriteerd gris ik mijn jas van de kapstok en slik een opmerking in. Iets met kijken met je neus. ‘Hij zit er niet tussen hoor.’ Mijn vriend heeft de pasjes in zijn hand en bestudeert ze aandachtig. ‘Hoe bedoel je?’ Ik zie het pasje zelfs vanaf de gang. Met een mondvol pindakaascracker tik ik op het groene pasje en net voordat ik een nieuwe hap wil nemen zie ik het. Het is mijn kentekenbewijs. De kruimels van mijn cracker vliegen alle kanten op als ik de rest van de pasjes uit zijn handen gris en ze uitstrooi op tafel. Pinpas, zorgpas, creditcard, rijbewijs, kentekenbewijs… Mijn huid begint te tintelen en ik voel al het bloed uit mijn gezicht wegtrekken.

Panisch maai ik door onze bestekbak heen. De taxi is onderweg en kan elk moment voor de deur staan. Pennen, elastiekjes, bonnetjes en een stapeltje pasjes die ik bewust uit mijn portemonnee heb gehaald omdat ik er op vakantie toch niets aan heb. Opgelucht vliegen mijn ogen over mijn ov kaart, airmiles pas, bonuskaart en Starbucks stempelkaart heen. Ik verwacht elk moment de afgrijselijke foto te zien die op mijn identiteitspass staat afgebeeld, maar het pasje zit er niet tussen. De ovenklok geeft 2:22 aan en ik doe een schietgebedje. Gelijke getallen brengen geluk.  

Het koekblik in de trapkast (waarom bewaren we zoveel onzin?), de fruitmand, een oude tas, de zijvakjes van mijn nieuwe tas, mijn sporttas, jaszakken en broekzakken… Mijn hart dendert als een op hol geslagen trein en mijn handen trillen alsof ik net een ritje in een achtbaan heb gemaakt. Waar is die kaart?

‘Waar ben je voor het laatst geweest?’ Gelukkig klinkt de stem van mijn vriend kalm. Een prima Bob Ross imitatie waar mijn hartslag even van daalt voordat mijn gedachten weer alle kanten uitschieten. Ik denk aan de tas met de gescheurde voering die ik vorige week heb weggegooid. Het zou toch niet? Mijn adem stokt en ik werp een blik op de zwarte portemonnee van mijn vent. ‘Jij hebt hem vast!’ Mijn stem klinkt verwijtend en even heb ik hoop.

Ik ren de trap op en hoor nog net dat mijn vriend roept dat de taxi er staat. Mijn keel brand. Ik ga niet huilen. ‘We konden niet weg want San was haar identiteitskaart kwijt.’ Ik zie ons al zitten morgenochtend op onze bank met uitzicht op onze bijna groene haag in plaats van de zee. ‘Goh, nou. Anders hadden we nu op het strand gelegen schat…’

‘Ik vraag wel even of de taxichauffeur op ons wil wachten.’ Ik hoor gerommel beneden en de adrenaline giert door mijn lichaam. We missen onze vlucht. We gaan niet op vakantie. Waarom heb ik alleen maar zo’n stomme kaart en geen paspoort! Ik vervloek mezelf dat ik nooit buiten Europa ben geweest en storm dan naar de zolder. Ik trek boeken uit de kast, gluur in het stroopwafelblik (vind een verloren fietssleutel) en dan zie ik hem staan, op mijn bureau tussen alle schrijfsels, schildersspullen en notitieblokjes. Mijn printer.  

Ik zie mezelf zitten achter mijn bureau. Maanden geleden (vier om precies te zijn), blij en opgetogen scande ik mijn identiteitskaart omdat ik die nodig had voor mijn parkeervergunning (weet je nog? Zo niet, je leest het hier). Verse A4tjes met een verschrikkelijke pasfoto verdwenen in een envelop bij de rest van alle aanvraagformulieren. Ik schoof mijn stoel naar achter en liep fluitend de trap af.

 Ik open de klep en ik kijk naar mijn eigen stomme grijns.  

‘GEVONDEN!’

De ruis in mijn oren stopt en maakt plaats voor mijn eigen gejuich. Ik voel me zo ongelofelijk stom en opgelucht tegelijk.

Mijn trillende handen blijven tot aan Schiphol aanwezig. ‘Stel je voor schat! Had ik daar gestaan met mijn kentekenbewijs! Ik kom even inchecken…’ Mijn vriend lacht vrolijk mee en ik incasseer zijn terechte opmerking over iets leren van deze situatie. Held. We drinken slappe koffie bij La Place, geinen nog zo’n tien keer over mijn stommiteit en gaan dan shoppen. Ik controleer maar honderd keer of mijn pas nog in mijn portemonnee zit en ontwikkel ter plekke een krampachtige controledrang voor mijn instapkaart. Bang dat ik straks probeer te boarden met het bonnetje van de Ako.

De zon schijnt, onze koffers worden uit handen genomen en we krijgen een welkomstdrankje met de smaak van watermeloen en munt. We ploffen neer op een zachte bank en ik neem de omgeving in me op. Rozenstruiken, gigantische olijfbomen en kleurrijke bougainvilles staan tussen de witte huisjes door verweven. De lucht is blauw en er is geen wolkje te zien. Ik ontspan en kijk dan naast me. Zijn lach zegt alles, we denken het allebei. Stel je voor.

6 gedachtes over “Vakantievoorpret

  1. Stef zegt:

    Zo heerlijk dat ik dit lees met jouw stem in mijn hoofd, zoals in films haha.. lekker hysterisch begin van jullie vakantie, ben benieuwd naar de rest van jullie Griekse avonturen! Liefs

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s