Vijfmaal is scheepsrecht

‘Het stadsloket avontuur.’

Woensdagavond 3-4-19 18:30

‘Het is dat je een lieve toet hebt wijfie, maar snap je het nou echt niet?’ Hij klinkt vriendelijker dan hij er uitziet maar zijn grote gestalte laat mijn hart razen alsof ik een complete marathon heb gerend. Mijn portieren zijn vergrendeld en het passagiersraampje staat op een kier. Het is pas half zeven maar de lucht ziet er zo grauw en dreigend uit dat het al laat in de avond lijkt. ‘Goedenavond meneer,’ zeg ik, ‘ik begrijp niet helemaal wat u bedoelt.’ Zijn blauwe ogen zijn omlijst met kraaienpootjes en aan zijn oor bungelt een doodskop. Ik wijs naar zijn auto waarvan de alarmlichten weerkaatsen in de ruiten van het Amsterdamse stadsloket. ‘U staat in de weg.’ ‘Nee, jij staat juist in de weg mop, je mag hier niet meer in. Ze hebben de boel helemaal omgegooid. Deze weg is afgesloten.’ Ik volg zijn uitgestoken hand, maar zie geen bordjes, kruizen of andere aanwijzingen. Ik begrijp er niks van. ‘Hoe kom ik daar dan?’ Ik knik naar de drie kruisjes op de gevel van het stadsloket. ‘Je zou moeten omrijden.’ Ik werp een blik in mijn achteruitkijkspiegel waar een stoet auto’s ongeduldig staat te wachten tot ik de weg weer vrij maak. Ik zucht, laat de koppeling opkomen en steek mijn duim omhoog. Gewoon even omrijden, zo lastig kan het niet zijn.

‘Probeer om te keren.’ De regen klettert op het dak, de ruitenwissers zwiepen op hun hardst en Google Maps stuurt me alle kanten uit, behalve de juiste. Ik ben er helemaal klaar mee. Ik heb al vier nutteloze rondjes gemaakt, bijna iemand omvergereden en een kwartier verspilt aan verkeerde afslagen nemen (rechts, links… hoe moeilijk kan het zijn?). Nog een keer proberen dan maar. ‘Sla rechts af.’ Braaf volg ik de instructies en rijd dan een doodlopend straatje in. ‘Probeer om te keren.’

Donderdagochtend 4-4-19 8:45

Ik ben er klaar voor. Ik heb de wekker eerder gezet, de file getrotseerd, de uitgang van de parkeergarage gevonden (hoe moeilijk kan het zijn?) en een verkwikkend wandelingetje gemaakt naar het loket. De witte vloer glanst me tegemoet en er wordt vriendelijk naar me gelachen als ik zeg waar ik voor kom. Ik krijg een nummer en kijk dan naar het verlichte bord in de ontvangstruimte. Nog eenentwintig wachtenden voor me en de wachttijd is minder dan zestig minuten. Shit. Ik moet over een halfuur op mijn werk zijn, dat ga ik nooit redden. Toch ga ik zitten, wie weet gaat het wel heel snel. Maar als er na een kwartier nog maar twee nummers zijn gepasseerd sta ik licht gefrustreerd weer op en neem ik me voor om het op een rustiger tijdstip te proberen.

Dinsdagochtend 9-4-19 10:45

Goedemorgen!’ Zeg ik opgewekt. Mijn goede humeur laat de servicemedewerker lachen en als hij vraagt waar hij me mee mag helpen, zakken zijn mondhoeken abrupt naar beneden. ‘Ze hadden net wat problemen met het computersysteem geloof ik.’ ‘Oh, maar ik heb vrij vandaag, ik heb alle tijd.’ Ik neem het nummertje aan en zie tot mijn grote geluk dat er maar twee wachtenden voor me zijn. Ik schenk de man nog een lach. ‘Komt vast goed.’

De knopen van zijn overhemd gapen rond zijn buik en zijn bril staat schots en scheef. ‘Het systeem werkt niet.’ Ik bijt op mijn tong, probeer me in te houden, kruis mijn vingers en wens dat ik vandaag niet voor niets ben gekomen. ‘Heeft u alle papieren bij u mevrouw?’ Een sprankje hoop fladdert in mijn buik. ‘Lukt het dan toch wel?’ Ik buig een beetje over de balie heen in de hoop dat ik iets kan lezen van het scherm. ‘Nee, helaas. Het gaat niet lukken vandaag. Maar u kunt wel naar een ander loket eventueel.’ Ik schud met mijn hoofd. ‘Hebben ze daar geen storing dan?’ ‘Dat weet ik niet. U moet echt een andere keer terug komen.’ ‘Kunt u ze niet even bellen?’ Probeer ik. De man schudt van nee en maakt aanstalten om verder te gaan. ‘Verdorie,’ zeg ik zacht, ‘ik kom speciaal vanuit Almere op mijn vrije dag.’ Ik verfrommel mijn nummertje, negeer een krijsende baby en schuif alle formulieren weer terug in de envelop. ‘U kunt gewoon het beste naar een ander loket rijden, dan merkt u het vanzelf.’ Ik knik, maar ben niet van plan om de rest van de dag door Amsterdam heen te scheuren en te verdwalen om er vervolgens achter te komen dat het daar ook zo is. ‘Ik kom wel een andere keer.’

Donderdagmiddag 11-4-19 17:05

‘Jongens, ik moet echt gaan!’ Ik heb een uurtje eerder vrij genomen zodat ik weer een bezoekje kan brengen aan het loket. Hopelijk ben ik er voor de avonddrukte begint en sta ik met een halfuur weer buiten. Ik check of ik alles bij me heb en haast me naar de auto. Ik zoef de weg over, er staat geen file bij de Rai en ik tref ook nog eens een groene golf. Met tien minuten wandel ik het stadsloket binnen en is het er heerlijk rustig. Opgelucht blaas ik uit. ‘Hallo, ik kom voor de aanvraag voor mijn parkeervergunning.’ Dezelfde servicemedewerker staat er weer, maar nu samen met een wat jongere man van de beveiliging. Ik hups heen en weer voor het nummertjesapparaat en ik zie dat de ruimte erachter ook helemaal leeg is. Yes! Dit wordt een makkie. ‘Dat gaat helaas niet lukken mevrouw.’ ‘S-sorry?’ ‘De afdeling heeft een etentje.’ De beveiligingsman knikt schaapachtig mee. ‘Wat?’ ‘Ze zijn vandaag gesloten vanaf vijf uur omdat ze een afdelingsetentje hebben.’ ‘Een afdelingsetentje?’ Ik spuug de woorden er bijna uit en voel de woede tintelen in de toppen van mijn vingers. Ik begrijp nu waarom er beveiliging rondloopt. ‘Maar ik ben hier nu al voor de vierde keer.’ Verontwaardigt kijk ik om me heen. ‘Dit meent u niet. Had het dan even op de website gezet.’ ‘Het spijt me mevrouw. Misschien een ander loket?’ ‘Ja, en zij hebben weer stroomstoring of zo. Laat maar.’ Ik draai me om en weet nou niet of ik heel hard moet lachen of huilen.

‘En? Is het gelukt?’ ‘Je mag raden mam, je hebt drie opties.’ De zon piept de auto binnen als ik de parkeergarage uitrijd en mijn humeur is alweer omgeslagen naar het, “laten we het vooral niet te serieus nemen allemaal”. Ik ben het stadsloket al gekscherend stads-no-ket gaan noemen en heb besloten het als een grote grap te zien. ‘Oh, dan zet ik je even op speaker, dan kan je vader het ook horen.’ Ik hoor de lach in haar stem, ze heeft het al door. ‘Eén, het ging zo soepel dat ik met tien minuten weer buiten stond. Twee, de afdeling had een afdelingsetentje en was om vijf uur gesloten. ‘Drie, ze waren vandaag helemaal gesloten.’ Het overleg wordt gepleegd en dan schalt antwoord twee door de auto. Ik bevestig met een lach waarbij de tranen over mijn wangen lopen.

Maandagochtend 15-4-19 10:37

Nummer 61. Nog elf wachtenden voor me. Ik heb de tijd, ik heb de tijd, ik heb de tijd. Ik herhaal de woorden als een mantra tot ik dezelfde baliemedewerker van vorige week in mijn vizier krijg. Hij grijnst en steekt zijn hand op. Ik schenk hem een stralende lach en wacht geduldig tot ik aan de beurt ben.

‘Was je er weer?’ Zijn bril staat nog steeds scheef maar zijn lach is oprecht. ‘Ik hoop wel voor de laatste keer,’ zeg ik. ‘Ik vind het niet erg hoor om je te zien.’ Een beetje opgelaten overhandig ik hem weer mijn papieren en doe net alsof ik niets hoor als hij een opmerking maakt over een haperend computersysteem. Hij tikt wat in en begint dan te zacht te mompelen. ‘Nee…’

Vastbesloten om kalm te blijven negeer ik zijn gezucht. ‘Kun jij ook niet in het scherm?’ De dame naast hem slaakt een tjoeri, ‘is het weer zover?’ ‘Deze dame is hier nu al voor de vijfde keer en heeft een beetje pech.’ Hij schenkt me een knipoog voordat er weer op het toetsenbord wordt getikt. ‘Kun jij even kijken?’ Er wordt iets gezegd in een andere taal, wat ik weet te vertalen naar: ‘ik heb daar echt geen zin in maar dan trakteer je me straks maar.’ ‘Dat wordt een lekkere lunch dus,’ zeg ik. Geschrokken kijken ze me aan. ‘Dus je kunt ons verstaan?’ Ik knik en daarna blijft het verdacht lang stil.

‘Het lukt niet, er is een storing bij de KVK.’ ‘Dat meen je niet,’ roep ik uit. ‘Ik ben er echt helemaal klaar mee! Eerst kan ik hier niet komen, dan heb ik honderd wachtenden voor me, dan is er een stroomstoring en als laatste hebben jullie een etentje dat nergens stond vermeld. Moet ik nou weer terugkomen?’ ‘U moet even rustig doen mevrouw.’ Rustig doen? Net op tijd hoor ik de stem van mijn vriend in mijn achterhoofd: ‘smeer met stroop.’ ‘Is er geen andere manier?’ Vraag ik zoet.

Ik geef subtiele complimentjes en ga in op haar grapjes. Terwijl ze naar een oplossing zoekt en klaagt over van alles en nog wat, klaag ik met haar mee. Als ze zegt dat dit werk onder haar niveau is bedank ik haar voor haar tijd die ze aan mij besteedt. Ik glimlach als ze aan mijn ondertekende en bestempelde werkgeversverklaring twijfelt en wapper met mijn digitale salarisstrook als bewijs dat ik echt voor dit bedrijf werk en hier niet zomaar voor de lol een vergunning kom aanvragen. Plots slaat de printer aan en mag ik betalen. ‘Uw vergunning is gelijk geldig mevrouw.’ ‘Dus ik hoef niet meer terug te komen?’ De opluchting tovert zo’n grote lach op mijn gezicht dat het pijn doet aan mijn kaken. ‘U bent wel altijd welkom hoor.’ Ik knik, steek mijn vergunningspapieren in mijn tas en kijk ze beide even aan. ‘Bedankt voor al jullie moeite.’ Ik steek mijn hand op naar de servicemedewerker en werk mezelf dan opgelucht door de draaideur naar buiten toe. Vijfmaal is scheepsrecht.

Een gedachte over “Vijfmaal is scheepsrecht

Plaats een reactie