‘Does it spark joy?’ Aangemoedigd door Marie Kondo (bedankt Netflix, ja dat bedoel ik sarcastisch) en met haar stem in mijn achterhoofd, ben ik in een vlaag van verstandsverbijstering spontaan mijn kast aan het opruimen. Nu is de inhoud van mijn kast lang niet zo erg als toen ik thuis woonde (want waarom zou je je kleding opvouwen als je het er ook gewoon in kon proppen?) maar er mag echt wel wat weg. Ik bedoel, wanneer heb ik nou dit net iets te strak zittende, verkeerd accentuerende olijfgroene jurkje echt voor het laatst aan gehad? De berg met kleding dat weg mag wordt steeds hoger en de ruimte in mijn kast wordt steeds groter. Wat lekker! Marie Kondo heeft een punt, het geeft ruimte in je hoofd. Dat had ik veel eerder moeten doen, want de laatste tijd was het ook echt een beetje te druk in mijn bovenkamer. Een dag meer gaan werken betekent dat ik minder tijd heb om te lanterfanten, te sporten, het huis aan kant maken, minder koffietjes met vriendinnen en schrijven. De balans tussen werk en vrije tijd sijpelde ongemerkt weg en door het opruimen lijkt het alsof ik weer grip krijg. Zou de theorie van Marie Kondo echt werken? Een mini rok met tijgerprint… Het geeft me alles behalve de “spark of joy” als ik het voor me houd en er mee rond zwier voor de spiegel. What was I thinking? Weg. Een crop top? Serieus? Weg. Een super skinny jeans waar ik nog niet eens een onderbeen doorheen gestoken krijg? Weg. Alles waar je een “blegh” gevoel van krijgt moet weg volgens Marie Kondo. Ik geef haar groot gelijk.
De planken zijn aan de beurt. Shirtjes met mini gaatjes aan de onderkant (ik heb nog steeds geen idee waar deze gaatjes nou door ontstaan? Motten? Een riem?), tanktops die net te strak zitten en dat ene stapeltje shirts waar ik maar geen afstand van kan doen omdat ze zo lekker zitten, maar waar ik absoluut niet mee over straat kan. Weg.
De hangertjes zijn leeg, de planken weer zichtbaar en de berg met kleding zit in een grote vuilniszak, klaar om te schenken aan het goede doel. Trots sleep ik de zak de trap af en besluit hem in de trapkast te zetten. Weg.
Hé? Wat is dat nou? Tussen de vazen, de kerstmand en de lege tassen en flessen staat helemaal achterin de trapkast net zo’n zak. Ik wurm me door de spullen heen en trek de zak naar me toe. Een golf aan herinneringen spoelt door me heen bij het zien van alle truitjes, vesten en broeken van zeker een jaar geleden. Ik gris een fluorescerend truitje uit de zak en druk het tegen me aan alsof het een lang verloren vriend betreft. Is dit het “zzzing” gevoel? Nou ja! Kijk nou! Een asymmetrische rok, een mooie spijkerbroek, een legging zonder gaten en een zwarte jeans belanden voor mijn voeten. Waarom heb ik dat weg gedaan? Ik lijk wel gek. Dit is zeker het “zzzing” gevoel wat Marie Kondo bedoelde!
Het opgeruimde gevoel heeft plaatsgemaakt voor euforie. Een nieuwe stapel kleding, gratis en voor niks! Los van de muffe geur die er aan een aantal kledingstukken kleeft bespeur ik ook een vleugje hebberigheid. Er was een reden waarom deze zak in de kast is blijven staan, en ik wil nog even niet geloven dat het gewoon luiheid was. Ik bedoel, een zwarte broek? Waarom zou ik die nou weg doen? Je kunt nooit genoeg zwarte broeken hebben! De stof sluit nauw aan en de rits is nog prima, maar zodra ik buk wordt de herinnering aan deze broek weer tot leven gewekt. Dit was mijn bouwvakkersspleet broek. De broek waar je de hele dag aan loopt te trekken en dan alleen strak blijft zitten in je kruis. Snel wurm ik me er weer uit. Weg. Het fluorescerende shirt gaat er achteraan, vanaf de maan zouden ze me nog kunnen zien. Die asymmetrische rok kruipt tot net onder mijn kont en dan heb ik het nog niet eens over de korte kant. Weg. De zwarte legging creëert niet al te sexy love handels en de spijkerbroek kan ik alleen aan als ik een week niets zou eten. Ik besluit de rest van de kleding in de zak te laten zitten. Wat ik niet heb gemist, zou ik nu ook niet nodig hebben. Marie Kondo zou trots op me zijn.
In een opperbest humeur knoop ik de zak dicht, klaar om afscheid te nemen van de kleding die ik niet meer draag. Nee, ook niet ooit, ook niet wanneer ik wel maat 34 heb (waarom dat ik dat ooit dacht?) wanneer ik in de tuin ga werken, maanden op vakantie ga of wanneer het weer in de mode komt (als het ooit al in de mode was?). Het gaat gewoon weg en ik ga er iemand anders blij mee maken. Ik knoop de zak nog even open, niet om er stiekem iets uit te halen. Echt! Maar ik spray er nog even wat Robijn in (het moet wel lekker ruiken natuurlijk) en dan bedank ik mijn kleding zoals Marie Kondo het zou doen. Bedankt dat ik je hebt mogen dragen, ik heb veel plezier van jullie gehad. De zakken breng ik gelijk naar de auto en ik neem me voor om ze zo snel mogelijk naar zo’n Leger des Heils punt te brengen, anders staan er straks drie zakken in de trapkast… Of in mijn kofferbak, dat kan natuurlijk ook.
Oh wat een heerlijk eerlijk verhaal weer. Zo herkenbaar ik wacht met smart op het volgende verhaal !!! 😂😂
LikeGeliked door 1 persoon
Kan niet autobiografisch zijn.
Ik begreep dat jij de perfecte maten hebt, of had?
Ik denk aan mijn kledingkast en bedenk dat er toch misschien iets zit in bedrijfskleding…
Knipoog Dirk
LikeGeliked door 1 persoon